DEEL 1: WAAROM STOND JE HET TOE?

Als je uit elkaar bent gegroeid, waarom heb je dat dan toegestaan? Of is het zo geleidelijk gegaan dat je het pas doorhad toen je je niet meer verbonden voelde? Verliefdheid en het proces om van een ander te gaan houden kunnen vrij snel gaan, maar vaak is niet meer met elkaar verbonden-zijn het gevolg een langzaam proces, waarbij je (ongemerkt) dingen toestaat.

Iemand die veel geschreven heeft over relationele verbindingen is Sue Johnson. Zij schrijft (2004)[i] dat de behoefte van mensen om zich te binden is aangeboren, niet aangeleerd. Mensen hebben emotionele verbintenissen nodig om te overleven. We zijn gezonder en gelukkiger wanneer we dicht bij een ander zijn en ons verbonden voelen. Door lichamelijk contact voelen we ons meer geliefd, het verhoogt ons immuunsysteem en het verlaagt ons stressniveau.

Ongelukkige partners voelen zich emotioneel sterk tekort gedaan. Wanneer er allerlei conflicten over van alles en nog wat zijn, kan dit een teken zijn dat beide partners zich uiten in angstige protesten, omdat ze verlangen naar een hernieuwde emotionele band. Volgens Johnson is een conflict of een ruzie een belangrijk moment waarin partners zoeken naar verbinding: het is een teken dat jullie nog proberen om de verbinding terug te vinden.

Misschien lijken jullie ruzies helemaal niet op verbinding zoeken, want er kan van alles worden geroepen en worden gedaan dat pijn veroorzaakt. Maar probeer het eens anders te bekijken: als conflicten helemaal niet meer zouden worden besproken, dan zou er ook geen moeite meer gedaan worden om verbinding te zoeken.

Dynamiek in conflicten en ruzies

Hoe mensen emotioneel de dialoog met elkaar aangaan, kun je volgens Johnson zien als ‘met elkaar dansen’. Volgens haar kun je spreken van drie verschillende soorten dansen[ii]:

  1. Zoek de boef: partners verwijten elkaar en zoeken de schuld bij de ander. Je valt de ander aan vanwege zelfbescherming.
  2. Protestpolka: partners zoeken naar veilige hechting, het is continu dichtbij komen en weer afstoten. De ene partner is aanvallender en zoekt de verbondenheid, de ander trekt zich juist terug door stil te zwijgen.
  3. Verstijf en vlucht: beide partners trekken zich steeds meer terug, dit is een gevaarlijke dans omdat er weinig communicatie meer is. Beide partners zijn allebei alleen nog gericht op zelfbescherming en proberen te doen alsof ze niets voelen of nodig hebben. Niemand probeert nog iemand te bereiken, niemand neemt nog risico.

Let eens op hoe dat met jullie gaat: Maken jullie nog ruzie, zijn er nog steeds confrontaties? Of is alles mat geworden en spreken jullie elkaar nog nauwelijks?

In welke dans herkennen jullie je?

In de meeste relaties zoeken partners emotionele en fysieke verbinding met elkaar, houden die verbindingen in de gaten en proberen ze die in stand te houden. Partners wenden zich tot elkaar op de momenten dat ze zich onzeker, bang of van streek voelen.

Veel relatieproblemen hebben te maken met de angst en paniek voor isolement en het mogelijke verlies van liefdevolle verbondenheid. Mensen raken overstuur als hun geliefde fysiek of emotioneel op grote afstand komt te staan. Ze missen dan hun partner en de verbinding. Als een stel niet meer met elkaar praat, betekent dat niet dat er geen emoties meer zijn. Sterker nog, je kan helemaal van slag zijn omdat je de emotionele verbintenis mist.

Johnson schrijft dat er vier verschillende fasen zijn naar relationele passiviteit, zij noemt dat de vier fasen van verlatingsangst[iii]:

  1. Boosheid en protest: het probleem is dat je niet het achterliggende probleem van het verdriet hoort.
  2. Vastklampen en zoeken: je wilt meer tijd met je partner maar je krijgt niet wat je wilt.
  3. Depressiviteit en wanhoop: dreigen met weggaan of terugtrekken in hulpeloosheid.
  4. Onverschilligheid: er is de acceptatie dat de relatie niet de eigen verlangens vervult, er wordt niet meer geïnvesteerd en de relatie bloedt dood.

 

Emotionally Focused Therapy

In een ander boek (2009)[iv] legt Johnson uit dat partners moeten leren om hun behoeften onder woorden te brengen en nader tot elkaar te komen. Johnson leert mensen emotioneel ontvankelijk voor elkaar te worden in drie stappen. Deze stappen worden uitgewerkt in het relatietherapiemodel van Emotionally Focused Therapy (EFT). De drie stappen zijn als volgt:

Stap 1 is toegankelijk voor elkaar worden door jezelf open te stellen en je eigen emoties te begrijpen. In drie gesprekken ga je op zoek naar jullie pijnplekken en praten jullie daarover. Hoe doet de ander jou pijn? Hoe reageer jij daarop? Hoe kunnen partners dit samen herkennen en de-escaleren?

Stap 2 is ontvankelijk worden voor de ander door de emoties van je partner te begrijpen en zijn/haar hechtingsbehoeften te leren zien. Vertel in dit vierde gesprek aan je partner waar je bang voor bent en wat je het meest van de ander nodig hebt.

Stap 3 is betrokkenheid. Het gaat om emotioneel meer aandacht aan elkaar geven, elkaar langer aankijken, elkaar aanraken en aanspreken. Ook hier horen een paar gesprekken bij, die gaan over vergeven, elkaar versterken via seks en aanraking en hoe je de ‘liefde levend houdt’.

Het vijfde gesprek gaat over de enige manier om hechtingswonden te genezen door ze onder ogen te zien en er samen aan te werken.

Het zesde gesprek gaat erover hoe je zorgt voor emotionele veiligheid en verbondenheid in je relatie, zowel in bed als daarbuiten.

Het zevende en tevens laatste gesprek is het maken van een wegenkaart die je helpt om je liefde naar de toekomst te leiden. Wat zijn de gevarenzones, wat moet je vieren, wat zijn goede rituelen en hoe kun je nog beter hechtingsaspecten onderkennen?

Vooral de eerste stap is belangrijk als het gaat om de vraag: waarom stond je het toe? Waarom stond je het toe dat er werd gezwegen over hoe de ander jou pijn heeft gedaan en wat dit met jou doet? Als er niet meer wordt gesproken over pijnplekken kan je relatie vlak worden. Emotionally Focused Therapy (EFT) helpt mensen om weer met elkaar in verbinding te komen. Om eerst samen de pijn onder ogen te komen om van daaruit weer op zoek te gaan naar een veilige hechting.

 

[i] Sue Johnson, Laat me niet los, Kosmos, Antwerpen, 2014, 25, 29, 32

[ii] Sue Johnson, Houd me vast, Kosmos, Antwerpen, 2009, 76-77, 84, 99

[iii] Sue Johnson, Laat me niet los, Kosmos, Antwerpen, 2014, 45-46

[iv] Sue Johnson, Houd me vast, Kosmos, Antwerpen, 2009, 59, 61-65, 151, 178, 194, 212